De VPRO zendt de documentaire serie 63 Up uit, van Michael Apted. Hij volgde een groep kinderen in Engeland vanaf hun 7e jaar en maakte elke zeven jaar een update. Inmiddels zijn ze 63 en reflecteren opnieuw op de kansen die ze hebben gekregen – of gemist. Een interessant portret, zeker in Engeland waar, denk ik, veel meer verschillende klassen bestaan. Dat realiseren de deelnemers zich ook. Een enkeling haakte tussentijds af, omdat hij zo veel commentaar kreeg over zijn maatschappijkritische houding.
Misschien kwam het door deze interviews dat ik vannacht droomde over een van mijn eerste studentenbaantjes in Rotterdam: ik werkte rond mijn 23e als serveerster bij restaurant Ömür aan de Nieuwe Binnenweg. Veel Rotterdammers zullen er gegeten hebben. Laatst fietste ik erlangs en: de zaak was uiteindelijk opgedoekt. Eindelijk… omdat het al gedateerd oogde in de jaren dat ik er werkte: 1990-’92. Een goudbruine binnenwereld met kitscherige Arabische lampen. Beschilderde Turkse boerenbordjes en wonderlijke prentjes aan de muur, afgewisseld met vlaggen. Donkereiken tafels en achterin de zaak een ijzig tl-licht vanonder een hoge arcadeboog: de open keuken, die vertrouwen inboezemde. Daar hing het spit met laagjes dönergehakt bij de gloeiende grill. Je kon bij wijze van spreken aanwijzen wat je wilde eten. En als je dat deed, was Nezio je vriend. De jonge kok, illegaal in Nederland, was toevallig in de keuken beland en bleek verdienstelijk te grillen, hakken en bakken. Hij verbleef in een kamertje op de tweede verdieping boven het restaurant, boven het theehuis met de gokkamers, en hij was van ’s morgens tot ’s nachts aanwezig om alles te regelen dat bij een restaurant hoort. Nezio sopte de toiletten, stofzuigde het tapijt onder de tafeltjes, poetste de lampen tot ze weer glommen en ontving elke passant met een warme glimlach.
En daar, in dat Turkse restaurant, werkte ik de benen uit mijn lijf. Ik had een mini-advertentie gezien in de stadskrant, en ging op woensdagmiddag langs; de eigenaar leunde over de bar en legde me in gebrekkig Nederlands uit wat de bedoeling was – en of ik ervaring had. Het leek me wel wat en een paar dagen later begon ik, in een zwart rokje en witte blouse, plus een wit schortje met kant, voor mijn notitieblokje en pen. Nou, in een mum van tijd had ik mijn studielening afbetaald, hoor. Wij verdienden amper salaris maar des te meer fooi – veel klanten wilden graag van hun zwarte geld af en waren royaal met wisselgeld.
Vannacht passeerden ze in mijn droom; Nezio de kok, Haidar de eigenaar, zijn zonen Safet en Rafet. Ze waren vrijwel niet veranderd, zoals dat kan in dromen. De tijd had geen effect gehad op hun gezichten, hun ogen keken mij nog steeds wereldvreemd aan. Maar wat wel veranderd was in 30 jaar: hun temperament. Ze begroetten me ontspannen en belangstellend. Heel anders dan hoe ik me die tijd herinner; toen rende ik me rot en slikte vele bevelen. Goh, wat een avonturen heb ik daar meegemaakt. Misschien is dat zo leuk van de documentaire 63 Up: dat je kunt terugblikken op je eigen leven, en op belangrijke momenten uit elke zeven jaar.
En hoe mooi om dit te overpeinzen op het eiland waar ik al sinds mijn 9e jaar kom: Schiermonnikoog. Tientallen keren bezocht ik het, in allerlei fasen van mijn leven – met of zonder partner, zwanger of nèt moeder. Geweldig om hier te zijn – deze keer alleen, als retraite – en te constateren dat er veel in mijn leven verandert. Maar… Schiermonnikoog blijft zichzelf. Ik kan er altijd landen. 🙂
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok