Ik tref de woonkamer vol met hout. Houtsnippers, samengeperst tot klontjes. Ik kijk rond… De hond ligt verstopt onder een kussen op de bank. Zijn oogwit mijdt mijn vragende blik. Dan herinner ik me dat hij gisteren gepassioneerd op een stuk wrakhout knaagde, bij het water. De snippers vlogen in het rond: het hout was de prooi en Wiedes de wolf. Het resultaat poept hij nu elke vijf minuten uit, schaamtevol. Maar mijn hoofd is nog elders, bij Zomergasten, met actrice Carice van Houten. Wat kan je daar lang naar kijken, naar dat lichtgevende gezichtje en die watervlugge denkwereld, die praatte over dat ‘kunst moet ontregelen, pijn doen, verheffen als het kan’. Gelukkig noemde ze het allemaal; het piepkleine tussen mensen, de intimiteit, de angst, het verlaten zijn, het verlies, de kwetsbaarheid, de onhandigheid. Daarbij was ze soms tenenkrommend eerlijk. Wat kan ik daar lang naar kijken, die pijnlijk soort eerlijkheid.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok