We maakten dus een afspraak met Egelopvang Papendrecht. Omdat zij dag en nacht doorwerken, konden we gewoon op Hemelvaartdag langskomen. Ons verzoek om een egel te adopteren en een plek te bieden in de tuin viel in goede aarde. We lieten foto’s zien van de tuin, en het aangrenzende parkje; vanuit de tuin kunnen alle dieren bij ons weg, onder de haag door, en hupla, ze komen in het plantsoen van de naburige flat (waar wij werden verjaagd door de mevrouw die wapperde met de eigendomspapieren van het gebied). Nou, hou maar eens een paar kijvende eksters tegen. Of een fluisterstil egeltje in de schemering.
De medewerkers van de Egelopvang leidden ons rond door de verblijven. Achter een toonbank stond een bak met krioelende meelwormen. We hoorden dat de drukke tijd nog moet beginnen: meestal in september, wanneer de jongen door hun moeder worden verlaten, en nog niet goed voor zichzelf kunnen zorgen. Het voedingsadvies luidde: gewone kattenbrokjes voldoen prima, een bakje water erbij, en klaar. Een nest richten ze zelf in. Hoe minder je je ermee bemoeit, hoe beter. We kregen twee schattige, slaperige egels mee, elk in een kartonnen doos gevuld met krantensnippers. Geen zorgen, egels kunnen niet klimmen, hoorden we. Terug naar huis maakten we een tussenstop bij vrienden in Dordrecht. Die wonen in een jaloersmakend dijkhuisje aan een weiland. Niks dan natuur om hen heen. We zetten de dozen met de logées langs het pad bij het huis, en genoten van een zonnige lunch. Na een uur liepen we naar de auto, en de vrienden bogen zich nieuwsgierig over de dozen vol krantensnippers: “Nou, laat eens zien die schatjes.” Ze graaiden in het papier en grapten: “Geen egel te zien, hoor, weet je zeker dat ze niet kunnen klimmen?”
We doken in de dozen… snel al het paper opzij… leeg. Beide dozen stonden er verlaten bij. We keken geschrokken in het rond. Hier konden twee egels in een mum van tijd verdwijnen. Naast het pad was een wal van opgestapelde houtblokken. Daarachter een schuur, en naast de schuur prachtige oude bomen, struiken en grote planten. Zoeken was zinloos. We konden het niet geloven: twee slaperige egels… ze hadden de benen genomen… en waren spoorloos…
Ik vroeg me beschaamd af hoe we dit in vredesnaam aan de Egelopvang moesten uitleggen. Het klonk nu al bizar: “Ja sorry, heb je nog een paar egels voor ons, het eerste duo is ontsnapt uit die hoge dozen waar ze niet uit konden klimmen.”
De vrienden bedankten voor de twee onzichtbare gasten die nu door hun enorme tuin met weiland rondstruinden. Die kwamen hier goed terecht. Wij dropen af met de twee dozen, zetten ze in de auto, en reden terug naar Papendrecht. Maar de opvang was inmiddels onbemand; het was immers een feestdag. Helemaal egelloos kwamen we thuis, en ik keek bedroefd naar de egeliglo die al ruim een week achterin de tuin prijkte, onder de Magnolia. Nog even geduld… we zouden de volgende dag teruggaan naar de opvang en alsnog twee stekelige vriendjes ophalen. Hoopten we.

*… wordt vervolgd…*

Egels kunnen niet klimmen

Berichtnavigatie


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *