In mijn wijk loopt een krantenbezorger die graag vloekt. Toen ik hem voor het eerst passeerde, schrok ik me lam. Plotseling hoorde ik vanuit een portiek vol bosviooltjes: ‘Kanker, tyfus, vuile klerelijer, krijg de klere, kutzooi!’ Even dacht ik aan een mens in nood. Maar ik kwam erachter dat er juist helemaal niets aan de hand was, en ik liet het erbij zitten. Ik denk dat we het er meestal bij laten zitten. Een mens heeft maar één hart, slechts twee handen, en van alles te doen op een dag. Inmiddels weet ik wie de bezorger is. Regelmatig loopt hij voorbij, en nog altijd is hij in oorlog met zijn kranten en de brievenbussen. Altijd klinkt er rond zijn fietstas luid gevloek en geschreeuw. Ik heb zelf geen aversie tegen brievenbussen, maar des te meer tegen de wind. Dus ik begrijp het wel. Als ik tegen de wind in moet fietsen, en er komt dan ook nog slagregen bij. Nou. Dan raak ik eh… in gesprek, met die wind. ‘Flikker nou eens op, zo kom ik nooit thuis!’ Misschien dat ik om die reden nooit op de bezorger ben afgestapt met de vraag: hoe gaat het eigenlijk met je? Waarschijnlijk zou hij me meteen op mijn bek slaan. Wie in een draaikolk van fictieve haat zit, wordt daarin niet graag opgemerkt. Geert Wilders natuurlijk uitgezonderd.

haatpost

Berichtnavigatie


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *