In de krappe teamkamer, meer een uitgedijde bezemkast, bijgenaamd de 9e, sprak ik met collega’s over omgaan met tegenslagen. Want de een heeft een kleinkind met handicaps, de ander een dochter die werkloos is sinds een winkelketen failliet ging, en de volgende worstelt met de gezondheid. En ik… was afgelopen weekend terug in het klooster in België… en zag de nonnen terug (ik telde tijdens de dienst, ze zijn nog altijd met 11). Ik durf amper over mijn zeer gemiste, dode hondje te beginnen, en merk: we hoeven niks te doen of te leren over rampspoed, gewoon doorleven leert je het meest. Want geen enkel vuur doorstaat de tijd, alles wordt zachter. Elk groot verlies slijt. Vroeger keek ik op tv naar mensen die iets ergs meemaakten: een vliegramp, een aardbeving. Ik vroeg me af hoe ze zulk onheil droegen. Nu ik inmiddels een telraam vol rampspoed op mijn bureau heb, weet ik: de adem van het dagelijks leven wijst me de weg. Je staat op, zet koffie, kijkt uit het raam, frist je op, en gaat naar je werk. Je belt met deze, praat met die. Je kijkt tv of kruipt dieper weg in de kussens van de bank.
Maar ik schrijf heel weinig. Ik ben mijn eigen schrijfsels beu, ik lees liever. Bijvoorbeeld De H is van Havik, van Helen MacDonald, die na de plotselinge dood van haar vader een jonge havik tam maakt. Wonderlijke benadering, prachtige band die ze opbouwt met de jonge vogel. Hoe ze praat met het dier, maar ook walgt van zichzelf als ze de havik aan de lijn houdt, naar beneden trekt, op rantsoen zet voor het juiste gewicht, etc. Het is geen boek om achter elkaar uit te lezen, maar af en toe een hoofdstuk.
Vandaag begon ik ook in De stilte van het licht, van Joost Zwagerman, die in september 2015 zijn leven eindigde. In het voorwoord legt hij uit wat het verlangen is van veel kunstenaars, en wellicht ook van hem: verdwijnen uit je eigen bestaan en verzwolgen worden door niets dan stilte. Al lezend herinner ik me zijn stem, zijn vurige pleidooi voor beeldende kunst. Prachtig om zijn persoonlijkheid te lezen in zijn essays, precies wat hij schrijft: verdwijnen is onmogelijk, aangezien je na je dood des te meer zult opleven uit je nagelaten werk – althans, wie zulk werk creëerde.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok
Mooi Marinet en ik ben jouw schrijfsels nooit beu. Niet stoppen. Doorgaan. Net als die koffie en die blik uit het raam. X