Wanneer is een huis je huis. Een Chinese vrouw zei dat je aan een kind ziet of er boze geesten in een huis zijn. Onlangs nam ik mijn kind mee naar een woningbezichtiging; de volgende nacht kotste hij zijn bed onder.
Maar inmiddels vond ik een Huis Zonder Geesten. Gisteren ging ik er schoonmaken. Maar ik liet de emmer sop staan, want ik wilde kijken. Ik keek uit het raam en zag het rookvrije speelplein van de Rotterdamse Open Luchtschool, waar zieke kinderen les krijgen onder toeziend oog van verpleging. In de verte zag ik de bomen van het bospad waar ik met mijn hond zal lopen, elke dag. Een antieke Volkswagen (van boven gezien is het precies een kever) reed met pruttelende motor door de straat.
Maar dit alles was toch onbelangrijk. Ik keek uit het raam, stak een kaars aan en liet mijn gedachten de vrije loop. Ze vonden een plek. Toen was het mijn huis.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok