Benoîte Groult werd in de jaren ’80 vooral bekend door de zinderende roman Zout op mijn huid. Ook ik las het, en, hoewel de intriges me volledig zijn ontgaan, altijd bleef me bij hoe prachtig ze een liefde beschreef tussen een intellectuele vrouw en een aardse man: die het gebrek aan mentale diepgang compenseerde door geweldige seks. De liefde was verslavend, maar uiteindelijk verbrak de vrouw de relatie toch.
Toch?
Nu lees ik Iers Dagboek van Groult, en dat is interessant om allerlei redenen. Ten eerste is het fijn om mee te leven in de dagelijkse beslommeringen rond haar zomerhuis in Ierland. Erg veel gebeurt daar niet, behalve dat Groult en haar echtgenoot elke dag uitvaren om vis en schaaldieren te vangen, vooral garnalen, koolvis, kreeft en krab. Ze zijn liefhebbers en eten elke dag kilo’s vis. De zomers zijn humeurig en regenachtig. Een zonnige dag is een wonder. Ondertussen kom je te weten dat de man van Groult een belangrijke intellectueel was die als persoonlijk adviseur van president Mitterand werkte. Maar erg veel passie bestaat er niet meer tussen de schrijfster en haar man; hij heeft haar te vaak bedrogen, en zij heeft haar hart verpand aan een ander lief. Desondanks wil ze niet scheiden, en het lijkt of beide heren in haar netten gevangen zijn; Benoîte heeft de troeven in handen.
Dat is het tweede interessante van dit dagboek, dat de periode 1979 tot 2003 beslaat, dus nog altijd bijna 25 jaar, maar wel haar oudere jaren. De zinderende liefde uit haar bestseller blijkt erg autobiografisch. Elke zomer komt Kurt uit de Verenigde Staten naar Ierland, en dan brengen zij enkele lyrische weken samen door. Groult kan – of wil? – geen keuze maken voor de een of de ander. Ook haar dochters gunnen haar het late geluk, dat haar kennelijk nooit ten deel viel. Haar echtgenoot is haar levensgezel, en de vader van haar dochters. Een seksuele relatie is dat allang niet meer. Knorrig runnen ze hun boeltje. De geliefde Kurt kent ze ook al tientallen jaren, maar ze kon nooit voor hem kiezen. Hij is een geweldige klusjesman en een nog betere minnaar, die haar als 60+’er weer een gulzig meisje laat zijn. Maar ze zou niet met hem kunnen leven, want ze mist de kunstzinnige uitwisseling met hem. Kurt houdt zielsveel van haar en overlaadt haar met liefde en zorg. “Hij is gewoon mijn vrouw!” roept ze in het begin al uit. Zo zorgzaam en lief zijn vrouwen… en dat is Kurt voor Benoîte. Een oase van aandacht, liefde, genegenheid. Haar echtgenoot slikt het allemaal. Wat kan hij er tegenin brengen, overspelig als hij zelf jarenlang was…
Deze overpeinzingen, de gesprekken over hun huwelijk, over de driehoeksverhouding zijn overal aanwezig. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is om zo’n open huwelijk te hebben. Of om van meerdere mannen te houden. Groult is zich al te bewust dat feministen haar zullen aanvallen, maar juist de vrijheid om lief te hebben zoals het haar bekoort… dat is voor haar de kern van vrouwelijkheid en feminisme.
Bingo.
Als een vrouw maar van één ander mocht houden – wat een schrale werkelijkheid. Natuurlijk bestaan er vele soorten liefdes – de onbereikbare liefde, de platonische, de zinnelijke, de niet-bestaande, de basale, de geile, de homoseksuele, de hoofse – en gradaties in vriendschappen… van oppervlakkige kennis tot zielsverwant… De treurigste variant is misschien wel het traditionele huwelijk waarin we bedacht hebben dat men elkaar eeuwig trouw moet zijn… verschrikkelijk… En dat het een schimmig gebied is… hoe je de liefde definieert voor de een of de ander. Je leven duurt heel kort… en in dat korte bestaan kun je vele soorten levens leven…. ik spreek uit ervaring (dat klinkt ook bejaard, zeg)… Maar van één enkele persoon houden… een slecht sprookje dat dagelijks in plastic songs verbeeld wordt. Hij tegen zij, in plaats van wij.

Iers dagboek: leve de liefde

Berichtnavigatie


3 gedachten over “Iers dagboek: leve de liefde

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *