Ik kreeg Zo is het genoeg, over het laatste jaar van Jan Wolkers. De kadogever vond het mooi (maar die schat vindt alles mooi). Ik werd licht onpasselijk van de heiligenverering, maar ja, er blijft behoefte aan heiligen en aan verering. Ik las over de lavendelolie voor Wolkers’ bewondroosde voeten, de sigaren in zijn atelier, de vilten slofjes uit Frankrijk en over de bergen broodjes zalm en kikkergroene marsepeintaartjes voor bezoek. Deed Wolkers niks stoms of banaals? Was hij nooit eens een chagrijnige klier? Dat ligt eraan van welke kerk je bent. Hij neukte talloze vrouwen naast Karina; verrrukkelijk, verdrietig: of allebei? Hij schopte relletjes waar het hem goeddunkte; aanstootgevend, avontuurlijk: of beide? Mick Jagger zei ooit in een interview: ‘Alleen een ster kan zich veroorloven een enfant terrible te zijn.’ Inderdaad. En over de doden niets dan lof dus Wolkers creëerde louter geniale, oeroorspronkelijke uitingen, en was volgens biograaf Onno Blom in dit alles geobsedeerd door de dood en ‘nog steeds op zoek naar zijn identiteit’. Maar misschien vinden wij in die dood pas ons ware gezicht. Wat ben ik dan blij dat Wolkers dat final answer voor zichzelf had, zonder biograaf op bed.

Jan Wolkers’ identiteit

Berichtnavigatie


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *