Aangezien wij regelmatig de medische encyclopedie openslaan met de vraag: hoe zit dat…, wilde ik nu naar de tentoonstelling Body Worlds. Voor het eerst in Nederland. Geprepareerde, echte menselijke lichamen, van spierbundel tot hartverzakking, lichamen in schrijfhouding, musicerend, vrijend… Het is niet onsmakelijk om te zien, eigenlijk is het tamelijk netjes en keurig, met veel ontzag voor de ‘cyclus van het leven’. Maar nadat we de afdeling ‘rokerslongen’ waren gepasseerd, nam de belangstelling van mijn zoontje af: ‘Ik ben het zat hier, met al die lichaamsdelen.’ In de vitrine voor ons lagen teerzwarte longen, soms met uitstulpende tumoren erin. Of: een rokersbeen, zwartgeblakerd, geamputeerd… We liepen snel door en strandden bij Hotel New York, waar we een tosti aten, hongerig van al die fysiologie, anatomie, bloedvaten, zenuwbanen, hersenfuncties, hartkloppingen.
Overigens ben ik vandaag precies vijf weken rookvrij dus er is nog hoop dat mijn lichaam zich herstelt. De realiteit is zo hard. En toch. Je kunt mij duizend rokerslongen laten zien, en ik zal duizend keer blij zijn dat ik niet meer rook. Maar eveneens zal ik duizend keer terugverlangen naar het moment van een sigaret. Aansteken. De geur van smeulende tabak. De zoete rookpluimpjes rond je hoofd. Dit kleine, domme, zinloze moment voor jezelf, voor jou en je sigaret. Dit moment waarmee je je afsluit van het dagelijks leven, van het sociale gebeuren (want roken maakt je asociaal, in jezelf gekeerd). En als het daarmee dan nog beter werd. Je leven. Alsof het ook maar iets oploste. Alsof er ook maar iets ooit zou veranderen doordat je die sigaret opstak. Nee. Dat was het allemaal niet. Het was – waarschijnlijk – niets dan afhankelijkheid, een toestand die alleen baby’s onbeschaamd (en gewoonlijk ongestraft) kunnen uiten. Totale afhankelijkheid. Niets zonder kunnen.
Toch. Body Worlds laat zien tot hoeveel vitaliteit, conditie, en autonomie een mens in staat is. En hoeveel bewustzijn we hebben, soms tot gekwordens toe, want alleen dieren leven in de gelukzalige domheid van: deze bak brokken naar de volgende. Ach, ik wou dat ik mijn hondje was. Dan lag ik nu te dromen.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok