Toen ik vorige week over de dood van Petra schreef, kwam de periode van de benzinepomp als een boemerang bij me terug. Ik realiseerde me dat er meer dan een weblog-stukje huist in die symbolische schelp van Shell. Toen ik er ging werken, sprak het tot mijn verbeelding; die betonnen herberg onder de flats, zo pardoes in een woonwijk in de stad. Iedereen liep er binnen. Advocaten, topsporters, tv-persoonlijkheden, zwervers, buurtbewoners. Er zit een verhaal in Arie, die zich opwierp als de manager van het terrein. De driftbuien van Arie… of nee: de geldwisseltrucs van Arie… En: de overval van de Bolle… dat was een nieuwe collega van ons, een nogal druk joch, dat na een paar maanden een gewelddadige overval in scène heeft gezet waarbij hij Ome Henk bedreigde in de kelder, met een vuurwapen. De Bolle zei tegen mij een paar keer dat hij een goed bordeel wist waar ik zou kunnen werken. Vreemde jongen. Meer verhaaltitels: de theatrale verlangens van Cher. De wapenverzameling van Maan. De lach van Sil. De neven van Rachid. Het gezeik van Marinet. Ze begrepen er niets van dat ik daar kwam werken. Ik heb het geluk op de vreemdste plaatsen gezocht. En ik heb het daar niet gevonden.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok