Er leven op Schiermonnikoog twee groepen scholeksters. Aan de zuidzijde leven de Drammers, aan de noordzijde de Snijders, zo legt de gids uit, terwijl wij door slobberig waddenslik banjeren. Hoe haal je ze uit elkaar? De Drammers hebben botte, afgesleten snavels. De Snijders hebben lange, puntige snavels. Dat komt doordat hun aanpak van oesters essentieel verschilt. De scholeksters zagen zich geconfronteerd met een nieuw soort voedsel; de Japanse oester. De Nederlandse oesters werden zeldzaam, en Franse vissers zetten als experiment een zooitje Japanse oesters uit bij Frankrijk. Die vonden het een fijne zee, en ze groeiden rap. En verplaatsten zich, naar het noorden. Na enkele jaren landde de Japanse oester bij Schiermonnikoog en ontdekte er een fantastische biotoop: zonder vijanden. De meeste waddenvogels wisten zich geen raad met de vlijmscherpe randen van de nieuwe delicatesse, zodat deze ongestoord verder groeide. Zo komt het dat bij eb een landschap van bulten opduikt uit de zeebodem: de reusachtige Japanse oesters groeien snel door en door en door… het lijkt een plaag… totdat de scholeksters ontdekken dat de onbekende gasten uit Japan hun binnenste pas prijsgeven, nadat je ze van hoog uit de lucht op steen laat neerdonderen; waarna het een kwestie van drammen is. Aan de andere eilandkant echter leren de scholeksters dat de aanhouder wint; met hun snavel snijden ze de scherpe randen langzaam kapot. De scholekster begeleidt zijn kroost enkele jaren, zodat er ruim de tijd is om hen te leren hoe je oesters uit het oosten aanpakt. Volgens de gids vinden er nooit huwelijken tussen vogels uit de kolonies plaats; de twee groepen scholeksters negeren elkaar compleet, en leren dus ook niet van elkaars jachttechnieken. Zo kinderachtig zijn blijkbaar ook de dieren. We banjeren verder; tijdens de waddentocht vind ik nog vier piepkleine zeesterretjes, die zich hebben gehecht aan het schild van een oester. En ik ga met een venusschelp naar huis. Volgens de gids een zeldzaam kleinood, en hij knipoogt: ‘Die gaat je geluk brengen.’
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok