Ik bezoek mijn heel speciale tandarts in het UMC Utrecht. Eerst ga ik langs de kadowinkel in de hal. Voor mijn zoontje koop ik hersenen; zo’n plastic hoofd dat hij kan demonteren, om te zien waar zijn gedachten huizen. Voor een zieke vriendin koop ik een olifantje met de slurf omhoog; dit schijnt van belang te zijn voor haar levensvreugde. Aan mezelf geef ik het boek Lijf en leed kado. Ik kan het iedereen aanbevelen, het is spannender en boeiender dan veel romans. Neuroloog Jan van Gijn, die vroeger in het UMC werkte, vertelt verhalen uit de praktijk. Hoe een diagnose wordt gesteld, hoe artsen de plank misslaan, hoe de patiënt zelf, als geen ander, weet wat hem mankeert. Hoe lichaam en ziel samengaan in een ziekte. Als kind keek ik urenlang in de medische encyclopedie naar transparante foliepagina’s van het menselijk lichaam; elke laag toonde een andere functie. De spieren. De zenuwen. Het skelet. Zo kleedde je pagina voor pagina een mens uit, totdat je op het bot was – en daar hield alles op. De wondere wereld van de geneeskunde kwam nooit dichterbij voor mij. Ik werd een letterenstudent, en de letteren hebben andere wetten. Maar misschien bestaat een goed verhaal ook wel uit zoveel lagen: huid, zenuwen, spieren, botten. En eh… Waar huist de ziel?
Ik schrik op uit het boek. Mijn tandarts roept mijn naam, en ik schud hem de hand. “Loopt u met me mee?” Ik knik. We slenteren de route, een aantal gangen door, naar zijn spreekkamer. Onderweg luister ik naar het geslof van zijn tred. Dat sloffen heb ik vijf jaar lang gehoord, soms elke week. Vijf jaar lang nam hij me mee, met zijn slome stem, naar zijn spreekkamer. Waar we kletsten, giechelden, onderzochten. We bekeken tangetjes en haakjes, we smeerden met pasta’s, we boetseerden met gelei en hoogwaardig kunststof, we testten variaties in blaaskracht en boorkracht. Ik zei vele malen ja, en op sommige dagen nee. In deze spreekkamer kwamen lijf en leed onuitgesproken samen; mijn paniek verdween, en werd angst, en de angst verdween, en werd neutraal terrein, en uit de stilte ontsproot belangstelling – en een ontembare levensblijheid. Dat is het mysterie van lijf en leed: de onbegrensde mogelijkheden van miljarden verbindingen tussen hersenpaadjes, zenuwbanen, celkernen, en (epi)genen.
Vandaag vraagt hij ook weer hoe het met me gaat. Ik grijns. “Ik zie het al,” zegt hij. “Je bent klaar hier.”

raadselachtig lichaam

Berichtnavigatie


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *