Ik was zo enthousiast als benzinepomphouder dat ik door mijn rug ben gegaan. Ik beweeg als een wandelende tak, me vastklampend aan kapstok, deurpost en trapleuning. Als je pijn hebt, maak je bijzondere geluiden, zo bleek. Liggen is mijn enige overlevingskans maar ik moet dozen inpakken. En haken in muren slaan. En A. helpen bij het uitrollen van vinyl. A. vond de geur van mijn schoonmaaksop trouwens uitzonderlijk vies. “Hoezo dat nou weer, is het een Poolse geur of zo,” vroeg ik. Toen schold ze me in het Pools uit voor smerige, Hollandse racist en we kregen de slappe lach. En ik sloeg een kreet van pijn.
Ruggegraat