Ongebakken taart, dat is bijna nog lekkerder. In elk geval op de foto. Wat een prachtig, onvolmaakt deeg. Ik hou ook van foto’s in kookboeken die het werkproces verbeelden. Dan zie je hoe een pakje boter, een berg meel, een paar eieren en suiker, omgetoverd raken tot iets verrukkelijks, dat in je mond zo krokant en smaakvol kan zijn. Dit wordt overigens een Linzertorte. Jarenlang zocht ik naar het recept, dat z’n oorsprong schijnt te hebben in het Oostenrijkse plaatsje Linz. Als je deze torte googlet op ‘Afbeeldingen’ krijg je een oceaan vol grote, kleine, dikke en dunne, donkere en lichte Linzertorten te zien. Het is een droog-bros gebak van meel plus amandelmeel, gevuld met frambozenjam, vanille, en een vleugje kruidnagel. Ik maak deze taart nu voor de derde keer, en telkens wordt het recept beter, of lukt mijn techniek beter. De psychologie van het scheppen, niets blijft ooit hetzelfde… Maar goed, de ongebakken taart dus, zo lief, vol rafelige oneffenheden, de randen die net niet aansluiten, het aantal repen dat niet past, de ene dikker, de andere scheef. Bloemresten op het deeg. De kartelranden van de springvorm. Ja, een ongebakken taart zou je aan een goede vriend kado geven; voor jou, net als onze band; in proces, vol kleerscheuren, en niet perfect, maar oh wat zit er een liefde in.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok
Creëren (scheppen) met liefde, ook al is het onvolmaakt, is altijd goed…….
Creëren/scheppen met liefde is altijd goed, ook al is het onvolmaakt…….
Creëren/scheppen met liefde is altijd goed, ook al is het onvolmaakt 🙂
Van mijn moeder mocht ik de restjes van het appeltaartbeslag van de gardes likken. Heerlijke voorbode van de taart: zanderig, zoet en zacht.
🙂 Er schijnt een samenhang te zijn tussen moeders – beslagkommen – taart – geluk.