Lente. Druk met cocoonen, netwerken en richting geven aan nieuwe opdrachten. En die andere wens, het schrijven van fictie: een ongrijpbaar proces dat stilte en schemering vraagt. Een hoekje in de tuin bijvoorbeeld, waar je ongezien je plannetjes kunt uitdokteren. Het kost tijd. Veel tijd. En die glipt me nogal eens door de vingers. Maar die tuin, met hoekjes om me te verstoppen, die wordt plotseling werkelijk.
Via de vogelbescherming liet ik een tuinplan maken. Je kunt een tuinconsulent vragen om langs te komen en samen te kijken naar de mogelijkheden om je tuin vogelvriendelijker te maken. Dat is heel prettig voor de ecologie om je heen, maar het is bijvoorbeeld ook goed voor de afwatering: tegeltuinen houden veel minder goed water vast en geven dus sneller overlast voor het milieu. Wat is het eigenlijk simpel. De tuinconsulent kwam met goede voorstellen, en werkte deze uit in een gedetailleerd tuinplan, met een schematische tekening van de nieuwe tuin erbij. Het leek me een opgave om dit als amateur te gaan klussen. Dus namen we een hovenier in de arm om het plan uit te voeren. Maar eerst moest het grofvuil komen voor alle oude troep in de hoeken, en ook moesten de oude tegels er grotendeels uit. We wilden dit via de achterpoort regelen, maar daar werden we opgewacht door een snibbige buurvrouw van de flat achter onze straat; die bewoners hebben een voetbalveld met omheining tot hun beschikking, en het is tot in de rechtbank vastgelegd dat niemand van de omwonenden over hun park loopt. De snibbige dame sprak ons vermanend toe. Er ontstond een gesprek over mijn en dijn, en wij beseften dat dit de kern is van heel veel oorlogen in de wereld: dit is mijn grond, en daar blijf jij weg, en anders bel ik de politie. Wij krabbelden terug, en zagen hoe mevrouw zwierig over het voetbalveld danste, terug naar de picknicktafel met bezoek: zij had aangetoond wie hier de baas was, en dat wekte ontzag bij haar feestgangers. Wij ontpopten ons tot dieven in de nacht: ’s avonds togen we in het donker alsnog de tuin in en openden de poort naar de straat, waar we in rap tempo al het oude vuil netjes langs de weg plaatsten – ongezien verdwenen we in het donker.
De tegels die blijven, werden met de hogedrukreiniger geschrobd. Paniek in de tuin, want beide nestkastjes bleken al druk bewoond: door een pimpelmezenpaar, en door een koolmezenpaartje. Ze keken onrustig toe hoe de oude tuin op de schop ging. Twee dagen schoffelen, omspitten, tegels breken, plantjes de grond in… ik was bijna net zo onrustig als de vogels die vanuit boomtoppen toekeken wat er allemaal gebeurde. Geen idee of de mezen al een gezin in de nestkastjes hebben, maar te oordelen aan het druk heen en weer vliegen wel: ik zie ze alsmaar met insecten in hun bekje de nestkast ingaan. Verder is het een raadsel hoe het er vanbinnen uitziet. Je zou dit kunnen volgen op de website van de vogelbescherming.
De tuin is inmiddels bijna klaar. De contouren van een vogelparadijsje worden zichtbaar. Er komt nog een waterbadje en een pergola met klimplanten. Laat zon en regen vervolgens hun werk doen. En we zien wel wat verder gaat ontstaan. Op die paar vierkante meters aarde, die ik nu mijn landje noem. Mijn en dijn. Een piepklein Neder-landje. Met egels (in de hoek achterin komt een egelhotel), een paar padden, wormen, bijen, vlinders, kauwen en eksters, mezen (vooral de staartmeesjes zijn schattig), roodborstjes, merels en lijsters. En heel veel verhalen.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok
Ik zie uit naar de verdere verhalen die we gaan beleven in onze tuin 🙂
Leven- liefde- tuin – mooi! <3