Om mij heen verliezen dierbaren hun dierbaren; waarom moet dat toch altijd vlak voor Kerst? Ik kijk machteloos toe en brand uit medeleven kaarsjes: een tafel vol, nee de vensterbank vol, nee, de kamer vol met lichtjes. Toch vind ik de dood de enige bevestiging dat we hebben geleefd; het sterven is onze intiemste daad, die me ook vreemd gelukkig maakt.
vlak voor Kerst