De dagen vliegen voorbij. Ik voel me verstrooid door de drukte. Dus veel blijft liggen. Het verhaal over misofonie bijvoorbeeld verdwijnt even naar het archief. Misofonie heb je als je extreem lijdt onder geluiden van de omgeving. Als je agressief reageert op de drilboor van de buren… als je popcorn-eters in de bios knockout wilt slaan… als je door het lint gaat van opgevoerde brommers… Nog een onderwerp dat ik laat rusten: de tentoonstelling van natuurfotograaf Frans Lanting in het fotomuseum in Rotterdam. Ik zoefde naar binnen, en wat was het prachtig. De natuur, planten, dieren, die ons totaal niet nodig hebben… maar wij hen wel…
Dan vergeet ik nog het bezoek aan een soulmate bij Deventer. Wat een bijzonder weerzien, na tien jaar. Hoeveel raakvlakken zijn er nog. En hoeveel levens kun je proppen in een mensenleven.
Oh, ik trok me enkele dagen terug in het klooster bij Schoten, waar ik al eens was. Bij aankomst gaat de wifi eraf, alles uit… wat overblijft, is stilte, en het vaste patroon van beierende klokken, ongeveer vijf keer per dag. Oorverdovende stilte: zou dat een oplossing zijn voor de misofonie-patiënt?
Wat me verder verbaast: hoe ik geniet van geweld in een serie op HBO, Banshee. Ik, filmhuis-liefhebber, brave natuurgenieter, accordeonspeler van weleer… ik joel en applaudisseer als Sheriff Lucas Hood weer een bataljon criminelen omver maait. Ongeloofwaardig geweld, maar blijkbaar beantwoordt het aan een diep verlangen naar gerechtigheid, hoor en wederhoor, wraak misschien ook. In mijn omgeving is inmiddels een katje vernoemd naar Banshee, het meest bloeddorstige dorpje in Pennsylvania ooit.
Nog meer verhaalvoer. Een onbenullig krantenberichtje: bij de Maasvlakte is een scholekster gespot van 46 jaar oud. Hij droeg een ring uit 1972. Deze dappere vogel is dus maar drie jaar jonger dan ik. Dat hij nog leeft, heet een wonder, want scholeksters worden zelden ouder dan 20, lees ik. Dat ik nog leef, mag wellicht ook een wonder heten – als je weet welke levens ik achter me liet. Waarom vertel ik die niet? Omdat het onmogelijk voelt, omdat verhalen veelvormig zijn. Zo plat en hoekig, zout en opwindend, beschamend en dapper, gelaagd en donker – wat is er veel te ontdekken, oftewel: te ontdoen van laag op laag, en waar je dan belandt, is dat de kern?
Bijvoorbeeld, conversatie bij de thee, met een vriendin.
Zij: hoe jij over seks praat, dat is heerlijk, daar moet ik eens aan werken.
Hoe praat ik over seks.
Ze haalde haar schouders op. Jij, jij hebt lust, je geniet, jij hebt plezier in je lijf.
Ik zei: och, valt wel mee.
Zij: de beste tijd is rond je 50e!
Ik: de beste tijd ligt achter me. Mijn lijf verandert. Soms is het niet meer mijn thuis. Ik zie hoe het begint uit te zakken. En ik krijg opvliegers. Van mijn leeftijd. En mijn temperament.
Zij: ouder worden is verrijken en nog heel veel gaan krijgen.
Ik: pfff, ik ben blij als ik op de been blijf en mijn basis stevig houd: werk, gezin, huis. Net als die scholekster; overleven. We zijn er nog. Hij in 1972 vanaf Texel hier beland. Ik in 1970 vanuit Zierikzee. Met de wind mee.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok
Zou die scholekster ook nog sex hebben? 😉
Met die heeeeeel lange snavel. 😛