missen

Ik dwaalde terug naar het vogelhuis en trof er motten in stof. Ik noemde Kaj in stilte. Later hees ik me in het werkshirt, om mijn benzineklanten te voorzien van zegels en waskaart. Boven het schapendijkje hing de zon te gloeien als een kogel,

Lees verder