Het menselijk leed bij de benzinepomp kent geen grenzen; elke dag hoor ik een levensverhaal dat bewijst dat Schopenhauer gelijk had: de wereld een hel. Dit station ligt als een buurtwinkel in de wijk, tussen apotheek, broodjeszaak en Corry’s dierenwinkeltje. Iedereen wandelt binnen voor een pak melk, een pakje sigaretten of Billy Boy-condooms. Mijn eigen leed kende vandaag ook geen grenzen. Gerrit – niet zijn echte naam – is bezorgd over mijn functioneren en kijkt voortdurend mee, op zoek naar de volgende fout. Zo had ik een doorrijder en hij zei: ‘Dat zal de baas leuk vinden.’ Ik vermoed dat dit ironisch bedoeld was. Alles ging daarna fout. Dat kwam ook door de sneeuw: ik dacht aan mijn jurkjes die blozend aan de waslijn hingen en nu ondergesneeuwd raakten als een jongemeisjesgezicht. Een jongen vroeg om Durex maar we verkopen Billy Boy. Dat durfde ik niet te zeggen. Het zweet brak me uit; misschien omdat alle families Pasen vierden en de gescheidenen, de alleenstaanden en weduwmensen bij ons cola en condooms kochten. Ik wilde wegrennen maar toen klonk een stem in me: lieve schat, blijf, ook dit is fictie.

klantenvrees

Berichtnavigatie


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *