Alle overlast die ik bezorg. Al het ongemak dat ik veroorzaak. Alle nare gevoelens die ik geef. Bij voorbaat mijn excuses, aan iedereen die dacht dat ik van hen hield. En ook dat ik besta. En hoe ik besta. U hebt er niet om gevraagd, deze zinloosheid, ik zadel u ook maar op met onzin, ik benader u met loze kreten, en ach, is alles niet de zoveelste schreeuw om aandacht, uiteindelijk? En als je die aandacht hebt… wat dan? Terug onder je dekbed, en een ander beroep bedenken? En wat te doen met een zaal vol mensen die u aanstaart, welwillend tot zover, zwijgend, het hoofd nog in luisterstand. Hoelang zullen ze dat geduld opbrengen. Hoe kom ik op deze overpeinzingen.
Gisteravond zag ik de eerste aflevering van de dramaserie Geen probleem, waarin drie heren louter met elkaar van – onhandige – gedachten wisselen. En je ziet de glasscherven waarop die vriendschappen balanceren, het gedoe van elkaar aardig vinden maar, toch, ook, redetwisten, en elkaar vooral geen verdriet willen doen. Want we zijn vrienden. En dat dan gespeeld door cabaretiers Theo Maassen, Wim Helsen, en Stefaan van Brabandt. Wim Helsen speelt de rol van een depressieve man die een zelfmoordpoging heeft gedaan. De clichés vliegen ons om de oren. “Ik vind het leven ook kut.” “Ik wil ook zo vaak weg.” “Ik had nooit aan kinderen moeten beginnen.” Het is een fijn feest van herkenning, die mannenpraat. Mensen. Onhandig, gefrustreerd, gedesillusioneerd mensengedoe. Dus van wie houden wij. Op die vraag kan ik zeggen: van het hondje. Want hoe hij aan mijn zijde zit, een poot opzij gevleid, de ogen knipperdicht in droomstand, maar dit is slechts schijn, zijn spieren horen alles wat ik doe.

droomstand

Berichtnavigatie


2 gedachten over “droomstand

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *