Precies een jaar geleden was de presentatie van Memo’s aan een niet-bestaand lief. In Hotel New York. Astrid – u weet wel, van de tekeningen – en ik waren lang bezig met de voorbereiding. Voorpret. Onrust. Kriebels. We overlegden vast ook over de kleur van het jurkje dat we gingen aantrekken. Nog naar de kapper? Andere laarzen kopen?
Wat gebeurt er na de geboorte van een boek. Iets heel anders dan na de geboorte van een kind, kan ik u meedelen. Er viel een nogal grote stilte. Familieleden, die doorgaans op kraambezoek komen, meldden zich af. Met of zonder uitleg. Sommigen hebben de nieuwe boreling nooit erkend, want: ‘een obscuur product.’ Vrienden verslonden het boek, en hadden vervolgens ongezouten commentaar. ‘Wat heftig! Ik heb het weggelegd! Ik wil dit allemaal niet weten van jou.’ Van wie dan wel, vroeg ik me af.
Zelf verkeerde ik enige tijd in lichte paniek. Zouden de vrienden me nog willen kennen met dit ‘misvormde kind’ aan mijn zijde? Immers, dat boek vol grimmigheid, was toch een gênant, tenenkrommend feit op mijn cv. Welk weldenkend mens beschrijft oud zeer zo plastisch en weerzinwekkend, met naam en toenaam van de daders?
Maar na de schok kwam het geluk. De wereld, althans de mijne, verging niet. Integendeel! Sinds oktober 2011 ben ik voor de zoveelste keer opnieuw begonnen met leven, mijn leven, na deze zoveelste metamorfose… Ik voel me gelukkiger dan ooit, omdat ik weet wie ik ben en wat ik voel. En het boek, mijn troostmantel van kusjes, ligt voor altijd in mijn kast. Het hoort bij mij, en zo is dat.
De mensen die dit kind – ja, dat mag u tweeledig opvatten – niet konden verdragen zijn uit mijn leven verdwenen. Er komen nieuwe vrienden en dierbaren voor in de plaats. En verder. Momenteel heb ik geen grote schrijfplannen. Mijn schrijfdroom zat in de Memo’s… en ik huppel tegenwoordig vrolijk en blij door de dagen. Onbekommerd, onbelast, zoals het ooit had moeten zijn. Gewoon domweg tevreden en onbevangen. Hoewel de pijn nooit ver is; alsof die mij nauwlettend gadeslaat, als een roofdier, vanonder zijn wimpers… en op slechte dagen slaat hij onverwacht toe. In een verhaal dat ik van iemand lees, in een muziekstuk dat ik hoor, of in de conversatie met een passant. Baf! Dat oude roofdier haalt uit, bespringt me, zet z’n klauwen in mijn zij en wijkt die dag niet van mijn zijde. Wat doe ik dan nog. Huilen. Banjeren met mijn hond. Life can be a bitch. Maar ik ben vrij. En tot slot: ik bak gewoon een taart. Die geef ik weg, in vriendschap, of ik geef ‘m mezelf.

een jaar later: De Memo’s…

Berichtnavigatie


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *