Marinetje, Morris en Romeo jaren geleden…

Het is vroeg in de ochtend en ik wandel mijn dagelijkse rondje met onze labradoodle. Ze is nu negen maanden, en voor het eerst loops; er pronkt een opzichtige vijg tussen haar achterpoten. Een reu die dit signaal misloopt, moet wel gecastreerd of gehandicapt aan zijn neus zijn. Onze Loes huppelt echter braaf met me mee. Gouden momenten in een hectische week. Mijn jongste zoon Romeo ging op kamers en dit vierden we met een ritueel. Een etentje thuis, met speeches van zijn bonusvader, van mij, en van hem. Ik had een boekje gemaakt met bijna 80 foto’s; zijn jonge leventje door de jaren heen. Met belangrijke mensen rondom hem. Goede vrienden, betekenisvolle volwassenen, die elke puber nodig heeft om mentaal volwassen te worden. Toen hij het fotoboekje opensloeg, barstte hij in tranen uit en viel in een omhelzing met mij stil. Zo stonden we enkele minuten, waarin ik besefte hoeveel hij en ik doorleefd hebben van 2008 (toen we zonder zijn biologische vader doorgingen) tot nu. En nu kwam het: hij leverde de huissleutel in, bij wijze van onderstreping van de nieuwe stap. En omdat wij het huis voor het eerst echt samen delen, lijkt het of John en ik gaan samenwonen. Het huis staat op z’n kop; we zijn meteen maar begonnen met klussen. Met die hectiek onder de leden loop ik deze ronde.
Zo’n zonnige, stille zondagmorgen. Zelfs de kerkklokken doen er het zwijgen toe. Alleen het riet langs de slootkant ruist in de wind. Piepkleine winterkoninkjes roetsjen over het pad met hun gevorkte staartjes omhoog. Links van de weg ligt het volkstuincomplex. En daarvandaan klinkt plotseling een overbekend gezang. “… Hallelujah, hallelujah…”
Ik twijfel even, maar het is toch echt de tijdloze, bijbelse ode aan de liefde van Leonard Cohen die ik hier bij de waterkant hoor. Tussen het riet door – ik bespied graag mensen, net als vogels – zie ik hem. Helemaal vrij in zijn eigen wereldje. Een klusjesman die altijd alleen is. Rond zijn tuinhuis ligt een groot grasveld waar vaak eenden liggen te zonnen. Hij is altijd aan het rommelen. Hoge rijen tuintegels naast de heg. Gereedschap geparkeerd langs de muur van het huisje. Een berg met zand, afgedekt met landbouwplastic. En hij loopt er tussendoor, dik en bloot, bretels, kaal, ouwe spijkerbroek. Gewoon een echte ouwe arbeider – denk ik, maar ik beken: ik heb me wel vaker vergist in iemands looks. Bijna wil ik meezingen en hem een applausje toewerpen. Maar ik bedenk me, en laat hem in de waan dat hij goddelijk alleen is. Hij zingt uit volle borst, de prachtige woorden rollen perfect gezongen over zijn lippen. In ieder mens schuilt een minnaar, denk ik. Mijn hond en ik wandelen verder, en de volkstuinman lijkt gelukkig in zijn eenzaam paradijs.
Toevallig heb ik ook twee heel mooie versies van Cohens Hallelujah in mijn playlist. Eén van Jeff Buckley, en één van John Cale. Er zijn tientallen andere: voel je vrij om jouw ideale cover te delen in de reacties.

En deze is van John Cale

Hallelujah

Berichtnavigatie


5 gedachten over “Hallelujah

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *