Op internationale vrouwendag koos Volkskrant Magazine ervoor om zakenvrouw Olcay Gulsen op de cover te zetten, in een uitdagende pose. Toen ik het interview las, voelde ik respect voor de manier waarop ze haar gewelddadige jeugd – met een zwaar schizofrene vader – heeft verlaten, en nu modekoningin is van het merk Supertrash. Want de droom van elke moderne vrouw is volgens het Magazine toch: kleding shoppen. Ik vroeg me af wie ik op de cover zou zetten, op een dag die nog maar 30 jaar geleden hèt symbool was van de vrouwenbeweging en vrouwenrechten. Nu gaan de gemeenteraadsverkiezingen over bezuinigingen op cultuur, toen ging het over de Nederlandse les voor Marokkaanse moeders. Momenteel gaan boekhandels failliet, toen werden vrouwen juist massaal lid van de bibliotheek. Olcay Gulsen komt uit een achterstandsgezin (als ik goed tussen de regels heb gelezen). Maar met haar zal het beter gaan, ze heeft de armoede van zich afgeschud met keihard zakendoen.
Ik keek naar die cover met Olcay, en dacht aan mijn vriendinnetje L. die al bijna 40 jaar als verpleegkundige werkt, en de armoe nooit van zich heeft afgeschud. Ongetwijfeld heeft L. vele billen gewassen en bedden verschoond. Ze vertelt er weleens over. Over de kots en de rochelbakjes. En hoe het is om mensen af te leggen. Of om mensen in de sterfkamer te laten. Ze kan smakelijk vertellen over familieruzies die werden beslecht boven de dode, of van onwillige moslim-mannen, die niet door haar verzorgd willen worden. En hoe ze die ongezouten de waarheid vertelt.
Dat vriendinnetje L. zorgde niet alleen voor vele patiënten, in diverse ziekenhuizen. Ze was er ook altijd voor mij, en ik ken haar sinds mijn 15e. En ze was er voor mijn kinderen. Jarenlang fungeerde ze bovendien als spil van haar eigen familie, dienstbaar naar iedereen behalve zichzelf – totdat…
Mensenlevens zijn grillig en wreed; juist toen ze het roer omgooide en eindelijk begon te zorgen voor zichzelf, werd L. hartpatiënt. En niet zo’n beetje ook. Dat is nu vier jaar geleden. De afgelopen periode heeft ze geknokt voor haar ene hart, en voor haar baan; ze zette alles op alles om te kunnen blijven werken. Niet meer fulltime, maar voldoende om zich verpleegkundige te blijven noemen; mensen hebben behoefte aan waardigheid.
Maar doordat ze chronisch ziek is, wordt ze drastisch gekort op haar salaris. Het is onzeker of L. in haar piepkleine koophuisje kan blijven. Ze budgetteert, net als ik. Ik vermoed dat ze op eenzelfde financieel niveau zit als ik met mijn schuldsanering.
Dat is tragisch, omdat verpleegkundigen gedurende hun carrière zoveel levens redden. Maar in salaris zó onderaan de maatschappelijke ladder blijven bungelen, dat ze de hippe jurkjes van Supertrash amper kunnen betalen. Zo waardeert de regering ons kapitaal in de gezondheidszorg, en de mensen die het echte werk doen: nog steeds veelal vrouwen, en vaak alleenstaanden, die werkelijk alle lasten in hun eentje sjouwen. Dus lieve redactie van de Volkskrant, zet u volgend jaar op 8 maart alstublieft een ander rolmodel op de cover?
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok