Aan het eind van deze meivakantie ben ik bekaf. Ik was van plan flink door te knallen met een manuscript. Zoals ik meldde. God, ik had hoop. Maar ik was het even vergeten: vakantie is voor elke moeder, en speciaal voor een single one, de zwaarste tijd. You better be warned. Ik rijd af en aan naar de logeeradressen van beide lieve-schatten-zonen. Op ingewikkeld afgesproken tijden sta ik op een hoek of bij een winderig flatgebouw. Ik combineer hondenuitlaat-boodschappen-speeltuin. Tussendoor eist de jongste uitstapjes. Hoe duurder, hoe beter. De dierentuin is totaal achterlijk en passé; met ijsberen en panda’s hoef ik niet meer aan te komen. Wat zeg ik, voor minder dan Walibi of een arrangement in het Eftelinghotel komt hij zijn bed niet uit. De oudste ligt ook veel in bed, maar dan met zijn heftige verkering. Hij heeft andere problemen. Zijn beltegoed is op, mam. Hij heeft een coole blouse in de stad gezien, mam. En eh, mam, ik moet nog een verjaarscadeautje voor haar kopen. En naar de kapper, want het groeit tot over mijn ogen. Mam. Da’s best heel ver fietsen, wist je dat? Leuke kapper, mam, wil je ‘m eens zien? Welja. We racen met de Tomtom door vele buitenwijken – Rotterdam is fucking groot, ik kom hier niet vandaan – en één minuut voor tijd arriveren wij bij de kapper in het hippe subcultuurtje van Overschie. De Tomtom had ons naar het naburige Schiedam verwezen, waar bijna exact dezelfde straat bestond. Gelukkig riepen zoon en ik op hetzelfde moment: “Dit is de snelweg, klopt niet!” En we namen snel de afslag. Rechtdoor nu, mam. En verder niks zeggen, graag, mam, als we daar zijn. Bakkebaarden wil hij. Als een echte man. ‘Tja,’ zegt de kapper. ‘Daar zeg je wat. Want er zit daar nog geen haar.’ Elke dag scheren is het advies. Heb je dat gehoord, mam. Ik heb helemaal niks gehoord. Want mijn linkeroor zit nog steeds potdicht. Enfin. Weer thuis vis ik de jongste achter de XBox vandaan, voor een ouderwets gezelschapsspel, want hij zit nu echt aan zijn daglimiet. Weeklimiet eigenlijk. En hij moet ook nog werken in zijn huiswerkboekje. Dikke tranen, intens verdriet. Wat is er, lief kind van me, geweldige, lieve, unieke schattebout. Dat jij mij nu huiswerk laat maken, dat is heel erg gemee-heen. Oh ja, is dat zo, en waarom dan, lieverd? Door dit huiswerk moet ik denken dat de vakantie bijna voorbij is, snikt hij met gewichtige uithalen. En dat de vakantie bijna over is maakt hem zo-ho verdrie-hie-tig. Ik grijns in het geniep. Want. Mij maakt het intens gelukkig. Ik krijg weer hoop.

mother’s blues

Berichtnavigatie


3 gedachten over “mother’s blues

  1. Oh Marinet… hoe herkenbaar dit. Fijn om het bij jou even te lezen, dacht dat de moeite die ik ineens had met werk/zorgtaken aan mij lag. Ze was nog wel een van de twee weken weg. Maar tis t gebrek aan structuur he…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *