Ik was haar tranen en ik welde uit haar op als de eerste wee. Ik gleed langs haar slapen bij het hoogtepunt dat de tijd vertraagt. Ik sprong in haar ogen bij het bokkende geitje op de dijk. Ik zat in haar keel bij het afscheid van een lief. Ik gaf haar lucht bij Ede Staal’s Hooge laand. En toen ze haar gezicht begroef in het laken aan de lijn, toen hielp ze mij om zeep.

spiegelbeeld ii

Berichtnavigatie


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *