voortplanting

‘En,’ vroeg de vogelteller, ‘ben je nu eindelijk klaar met je onderzoek.’
‘Het is klaar,’ zei ik, en in mijn jaszak kriebelde nog altijd het nachtblauwe veertje van de ijsvogel, de ijsvogel die ik nooit zag.
‘Vertel,’ zei de vogelteller en hij trok zijn pet verder over zijn oren.
‘Verliefdheid is een leugen. Een valkuil,’ zei ik. ‘Een valkuil van de natuur om je te laten groeien.’
‘De natuur is wat ze is,’ zei de vogelteller. ‘Die groeit en plant zich voort en sterft.’
‘Dat bedoel ik,’ antwoordde ik. ‘Verliefde mensen groeien, planten zich soms voort en dan sterven ze.’
Hij kuchte nadrukkelijk. ‘Maar wij mensen, wij hebben een keuze. Wie zich wil voortplanten, kan ook naar een spermabank.’
‘Het resultaat van voortplanting kost veel geld en tijd,’ zei ik. ‘Beide heb ik niet. Dus liet ik me steriliseren, want ik wil nooit meer verliefd zijn.’