20140207_123452Onlangs solliciteerde ik in jeugdige overmoed bij een hippe eettent naar de functie van kok. Uiteraard werd ik afgewezen: een carrièreswitch zonder uitgestippeld pad noch scholing is niet slim. Ik kook niet eens uitzonderlijk goed. Maar ik hou ervan om de keuken in te duiken en er de uren weg te rommelen. Zoiets als tuinieren. Mijn andere liefde gaat over de natuur: onze omgeving, de planeet.
Als kind ging ik ’s morgens op pad met vergrootglas en floraboek onder mijn arm, om bloemblaadjes te determineren. Ik had ook een dierenclub, nou ja, de dingen die meisjes kennelijk doen. Ik hield een spreekbeurt over de reuzenpanda en behaalde een 10. Liefje van de juf, dat was ik. Ze noemde me in mijn rapport: bloemetje van de klas. Thuis had ik minder fans, vooral toen ik begon te experimenteren met de vegetarische keuken. Tijdens mijn eerste kookbeurt stonden de lepels rechtop in een bonenprut uit de beroemde Kleine Moeder Aarde. Mijn eigen moeder keek met lange tanden en schoof haar bord opzij.
Gedurende latere episodes genoot ik voornamelijk in mijn eentje van de alternatieve keuken, zelden vond ik medestanders, hoewel vriendinnen welwillend kauwden op groene erwten of zeewieren. Dus kookte ik – eveneens bereidwillig – voor de meerderheid. Stamppot aardappelen, pasta, vlees, witte rijst. Mijn obscure Japanse recepten verdwenen in een la, want mijn kinderen kregen de noedels met umeboshi niet weg. Ook een macrobiotische fase maakte plaats voor Rotterdamse taal: ik eet voortaan alleen nog waar ik zin in heb. Duidelijk.
Enfin, vele taarten en risotto’s later… hoor ik opeens overal het begrip voedselzandloper. Ik bekeek een lezing van de auteur, Kris Verburgh, bij de NTR Academie. Het gelijknamige boek geeft een verfrissende ruimte om te experimenteren met gezonde voeding, op een manier die bij velen aanslaat. Visioenen uit mijn kindertijd keren terug; hoe ik in ons fietsenhok in mijn heksensoep stond te roeren, vol kruiden en gras. Hoe ik zuurdesems probeerde te vangen in een melkbeslagje, en hoe ik plantjes in mijn thee propte, voordat ook maar iemand aan muntthee dacht. Kortom, De Voedselzandloper vindt weerklank.
Ongetwijfeld is ook dit een hype, zoals vele diëten… we hebben blijkbaar een niet-aflatende behoefte aan richtlijnen omtrent voeding. Omdat we gezond willen zijn, of gewoon: bang voor de dood – de sluipmoordenaar die ons overal op de hielen zit.
Eigenlijk is het heel eenvoudig, net als mijn eerste spreekbeurt over de reuzenpanda; we moeten stoppen met de aarde uitputten, en stoppen ons lijf te vergiftigen. Dus eet eenvoudig en onbewerkt: alsof je aan het tuinieren bent. Geen suiker, geen melk, geen brood, pasta, rijst of aardappels, weinig vlees, en heel veel groente. Zoals dit prachtige rauwe bietje, met de structuur van een doolhof.
Sinds een paar weken val ik ’s morgens aan op havermout met sojamelk – ja, het riekt naar de jaren zeventig… Maar daar kom ik immers vandaan. Uit de liefde van twee hippies. Peace & Love. Dat werd Oorlog & Bliksem. En ik keer het tij, van Haver tot Gort.

doolhof der liefde

Berichtnavigatie


4 gedachten over “doolhof der liefde

  1. Prachtig Marinet!
    Overigens, dat ontbijt doe ik ook sinds een paar weken…….aangeraden door de acupunctuurarts 🙂

  2. Wat een prachtige laatste zin ook: ‘Maar daar kom ik immers vandaan. Uit de liefde van twee hippies. Peace & Love. Dat werd Oorlog & Bliksem. En ik keer het tij, van Haver tot Gort’. Ik voeg er aan toe: ‘En kijk alsjeblieft vriendelijk naar mij wanneer ik mijn eigen pad ga …’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *